VOLLE DAGEN

Jeetje, wat valt dat tegen zeg, een stukje schrijven voor een 25 jarig huwelijk. Ik kom er niet uit. Of in. Of hoe je het ook wilt zeggen. Wat weet ik nou helemaal over het huwelijk van mijn kleine broertje? Ja, hij is 25 jaar geleden getrouwd met zijn (nu dus al 25 jaar) vrouw. Ze hebben twee kinderen gekregen, een jongen en een meisje, die inmiddels beiden volwassen zijn. Broertje is ambtenaar en schoonzusje is….. ja, geen idee eigenlijk, wat ze is/doet. Op verjaardagen en andere familieaangelegenheden is het altijd heel gezellig, maar inside information heb ik eigenlijk nooit gekregen. Of ze heel erg lief voor elkaar zijn of elkaar dagelijks de hersens inslaan? Ik zou het niet weten. Of de kinderen problemen hebben gegeven in de puberteit? Geen idee.

Waar moet ik dan over schrijven?

Ik begon goede moed en had al een redelijk lang stuk. Alles nog eens doorlezende, kwam ik tot de conclusie dat het beter geschikt was voor het programma: Meneer S, dit is uw leven.

En dan kan het later ook nog hergebruikt worden als grafrede. Altijd handig om goed voorbereid te zijn natuurlijk, maar nu toch wel erg prematuur. Het moet iets leuks en luchtigs zijn. Iets om te lachen of om een traantje weg te pinken. Het wil me echter niet lukken. Dus heb ik versterking ingeschakeld. Mijn oudere zus heb ik gevraagd om alles wat zij weet op papier te zetten, zij is niet voor niets ouder nietwaar? Maandag komt dan mijn jongere zusje en gaan wij met z’n tweetjes proberen er een leuk verhaal van te bakken. Echt waar, we gaan aan de slag. We gaan niet winkelen of zo, nee, we blijven thuis om creatief te zijn. De mannen sturen we het bos in om mooie natuurfoto’s te maken. Vinden ze leuk.

Morgen ga ik echter eerst winkelen met schoonkind A. Zo noemt ze zichzelf, schoonkind. Als zoonlief me belt, zeg ik altijd: “Hé, dag kind”, (dat zeg ik trouwens tegen elke zoon die belt) maar A noemt zichzelf dan schoonkind. Ik vind het wel wat hebben. We gaan dus winkelen, op zoek naar een leuke jurk voor het feest, niet voor mij, maar voor A. Zelf had ik per ongeluk, nog voor ik wist van het feest, een mooie uitermate geschikte jurk gekocht. Op de uitnodiging staat namelijk: kom zo feestelijk mogelijk, niet in spijkerbroek of andere dagelijkse kleding. En een leuke jurk is nooit weg natuurlijk.

Na het winkelen gaan manlief en ik door naar andere zoon en dil, om te eten en Canadavakantiefoto’s te bekijken. Een paar gezellige volle dagen. Ik heb er zin in.

TERUG VAN WEGGEWEEST

De hele zomer hebben ze het af laten weten. Het was alsof ze, samen met het roodborstje en de zon, op een lange reis waren vertrokken. Over wie ik het heb? Nou, over de koolmeesjes natuurlijk. Drie jaar achter elkaar werd goed gebruik gemaakt van het door manlief zelf in elkaar geknutselde huisje. Een stuk of tig jongen hebben daar een onbezorgde jeugd gehad en zijn blijmoedig de wijde wereld ingetrokken. Dit jaar hadden ze echter ergens anders onderdak gevonden, denk ik, want ze hebben zich niet laten zien. Kijk, van het roodborstje snap ik het, die is er altijd alleen in de winter geweest. En van de zon? Ach, laat ik daar maar over zwijgen, die luistert toch niet naar wat ik over hem te vertellen heb. Maar van de koolmeesjes snap ik het echt niet. Ze hebben het hier altijd zo goed gehad, hoefden maar drie meter hun huisje uit om voedsel te halen. Het was heel veilig wonen voor ze in onze tuin, alles was dicht bij de hand, het vet met de insecten, de losvliegende, dus verse, insecten en geen gevaar van op de loer liggende katten. Ja, zo af en toe een sperwer, maar die ging meer voor de musjes en de merels. Dus waarom hebben de koolmeesjes ons dan links laten liggen? Wie het weet mag het zeggen.

Maar wat denk je wat er van de week gebeurde? We kregen zomaar onverwacht bezoek in de tuin. Van een koolmeesje. Eentje maar, misschien wel een in één van de vorige jaren uitgevlogen jong. Het leek wel of hij op verkenningstocht was, vloog van de ene struik naar de andere, keek ook nog even in de boom en ging er toen weer vandoor. De volgende dag gebeurde precies hetzelfde, maar nu werd ook het huisje aan een inspectie onderworpen. Het was een paar dagen mooi weer geweest, hij zou toch niet denken dat het weer lente is? We bleven goed opletten en ja hoor, weer een dag later kwam mevrouw koolmees en dook zonder dralen het huisje in. Hè, wat gebeurt hier? Nestelen in deze tijd van het jaar kan echt niet hoor.

Wat blijkt? Meneer koolmees was op zoek naar een winterverblijf voor zijn vrouwtje. Of misschien wel zijn vriendinnetje, wie weet. Overdag zien we ze nog weinig, maar elke avond komt de dame binnen en brengt de nacht door in ons huisje. En nu maar hopen dat het haar zo goed bevalt, dat ze volgend voorjaar besluit om hier ook haar eitjes te leggen. Zou leuk zijn.

MELODIETJES

U vraagt zich wellicht (of wellicht ook niet) af hoe het nu met mijn stem gaat. Dat zal ik u vertellen. Het gaat goed, het gaat steeds  beter. Ik wacht nog op het gaat op z’n best. Dat kan nog wel even duren, want stembanden die, waarschijnlijk ruim 25 jaar, bezet zijn geweest door poliepen, hebben nogal wat moeite om zich aan te passen aan de vrijheid van beweging. Maar dat geeft niet, ik geef ze alle tijd die ze nodig hebben. Ik zal wel moeten, heb hier verder natuurlijk geen keuze in. Van de logopediste heb ik toestemming om te zingen. Dat is wel heel erg aardig natuurlijk, maar toch nog een tikkie te veel gevraagd. Ik beperk mij dus zo veel mogelijk tot neuriën. Daar kan ik best een hoop variatie in brengen. Zo kan ik heel hoog piepend neuriën en dan steeds een stukje lager gaan tot er een zacht gezoem klinkt. Dat ben ik dan, hè, niet een of ander vervelend zoembeest.

En weet u wat ik nou zo grappig vind? Ik neurie uitsluitend oude melodietjes. Ik kies ze niet, nee, ze komen vanzelf. Momenteel klinkt er vrijwel constant een lief oud liedje, dat vaak door mijn moeder werd gezongen. Misschien kent u het wel, het gaat zo:

He-ela gij bloempje, slaapt gij nu nog? Spring uit uw knopje, ontwaak nu dan toch.

De rest van de woorden weet ik niet, de melodie gelukkig wel. Ik kan dus vrolijk door neuriën, die woorden heb ik helemaal niet nodig. Ook dringen zich regelmatig melodietjes op waar ik helemaal geen woorden bij weet. Geen idee dus of het bestaande liedjes of spontaan door mij bij elkaar gesprokkelde nootjes zijn. Muzieknootjes, welteverstaan. Kan me de tijd niet heugen dat ik echte nootjes gesprokkeld heb. Haha, nu ik dat zo terug lees, denk ik meteen: dat kan ook niet! Nootjes raap je en hout kun je sprokkelen. Als je het koud hebt en een kampvuurtje wilt maken. Iets wat ik persoonlijk nog nooit gedaan heb, want ik houd niet van kamperen en dat is toch meestal de reden dat je buiten bent, het koud hebt en een kampvuurtje wilt maken. Er komt gelijk een nieuwe melodie in me op: ’s avonds, als het kampvuur brandt. Dat is ook heel oud, geloof ik.

En weet u wie ook regelmatig langs komt in mijn hoofd? De Zangeres zonder naam! Ja echt! En dan voornamelijk dat nummer over Eduard en Lena, die samen in het prieeltje zitten. Kent u dat? Echt een heerlijk meeblèrnummer, dat door mij uiteraard zeer ingetogen wordt geneuried. Het echte mee blèren deden we vroeger thuis tijdens de afwas. En in een melige bui op een saai feestje.

Het gaat dus de goede kant op met mijn stem. Dat u dat even weet.

BATTERIJ

Mijn broertje mag straks dan 25 jaar getrouwd zijn, vandaag zijn manlief en ik alweer 32 jaar getrouwd. Tweeëndertig! Dat klinkt ontiegelijk lang, maar voelt als nog maar heel kort.

Toen wij voor de ambtenaar en in het bijzijn van de familie, “ja” tegen elkaar zeiden, begonnen we met z’n viertjes. Ik had namelijk al twee zonen uit een eerder huwelijk. Manlief zegt altijd dat hij de jongens er als bonus bij kreeg. Mooi gezegd hè? Onze ouders leefden nog en genoten mee van het gebeuren en de jaren die volgden. We kregen samen nog eens twee zonen en dat bracht het totaal op vier. Vier jongens waar we apetrots op zijn. In ons gezin hebben we nooit over halfbroers of stiefkinderen gesproken. We hebben gewoon vier zonen en het zijn broers, niks half of stief.

Onze ouders leven niet meer. Twee van mijn zussen, een zwager en een schoonzusje zijn inmiddels ook gaan hemelen, zoals mijn vader dat vroeger noemde. Dat krijg je naarmate je ouder wordt, de familie dunt een beetje uit aan de bovenkant. Aan de onderkant groeit hij weer aan met verse relaties en nieuwe kindjes. Zo is nou eenmaal de cirkel van het leven.

Vroeger, heel vroeger, in de tijd dat ik nog jong en onbedorven was, dacht ik het leven naar mijn hand te kunnen zetten en alles zou precies zo gaan als ik het wilde. Tegenvaller! Ik had niet veel in te brengen. Dingen gaan zoals ze gaan. Helaas niet altijd even leuk, maar de leuke dingen zijn toch ver in de meerderheid. Soms zou je willen dat je de klok stil kon zetten, om extra lang van de mooie dingen te kunnen genieten. Echter, steeds als een klok stil stond, was er slechts een nieuwe batterij nodig om hem weer op gang te krijgen.

De mooie dingen van het leven waren mijn batterijen, die hielpen mij door de mindere zaken heen. Gelukkig kan ik zeggen, dat ik aardig wat batterijen in voorraad heb gekregen. De belangrijkste batterij in mijn leven is er een die zichzelf constant oplaadt, nooit dienst weigert en altijd positief is. Zonder die batterij zou ik niet ver komen.

Ja, inderdaad, na tweeëndertig jaar ben ik nog net zo blij met manlief, als toen we begonnen.

TIJD ZAT

Wat een zonnige zondag is het hè? Deze zondag draagt zijn naam met ere. Maar vlak gisteren ook niet uit, want ook toen scheen de zon volop, als ware het hartje zomer. Nee Trui, dat zeg je fout, hartje zomer kom je in dit land niet zo veel zon tegen. Oh pffff, ga je weer lopen mierenn….n? Heb je niks anders te doen? Kijk, in de zomer hoort de zon wel veel aanwezig te zijn, maar dat gebeurt gewoon niet. Niet zo vaak tenminste, dus echt, geloof me nou, je zin klopt niet. Oh shoot, discussie in m’n kop. Ik zal het wel anders zeggen. Het was gisteren supermooi herfstweer, zoals we wel vaker gezien hebben…… Gelukkig, het blijft stil, kan ik tenminste door met mijn verhaal.

We gingen naar mijn zusje en zwager in Hardenberg. Manlief en zwager zouden met z’n tweeën de natuur intrekken om mooie foto’s te maken en zusje en ik zouden het dorp onveilig maken. Buiten het winkelen was het bovendien de bedoeling dat we een poging zouden doen een leuk stukje te schrijven voor het 25 jarige huwelijk van ons kleine broertje. We begonnen bij zusje thuis met koffie en appeltaart. Niet verkeerd. Ja, wel verkeerd natuurlijk! Helemaal omdat er ook nog eens een flinke klodder slagroom op zat. Andere zus, die nog steeds op de camping geniet van het mooie weer, sms’te nog wat informatie voor ons stukje door. Dat was wel handig, want zelf konden we eigenlijk niet zo veel bedenken. Ons geheugen liet ons in de steek, dus alle hulp was welkom. Voorlopig werd alle informatie even ter kennisgeving aangenomen. Wij wilden gewoon lekker het dorp in. Verandering van plan. De mannen besloten naar de vlindertuin in het Noorder Dierenpark te gaan en wij werden losgelaten op het winkelcentrum van Emmen. Ook leuk, daar had ik nog nooit gewinkeld, was er alleen maar doorheen gelopen, iedere keer als we naar de dierentuin gingen.

Op naar Emmen. De gedachten aan een stukje voor broertje waren compleet verdwenen, zowel bij mij als bij zusje. In ons hoofd waren we al aan het winkelen, daar was verder geen ruimte voor schrijfideeën. Na het eten van een broodje namen we afscheid van de mannen. Onze strooptocht kon beginnen. Zusje was op zoek naar een winterjack van een bepaald merk. Dat konden we natuurlijk niet vinden. Ook wilde ze kijken naar een beetje leuke feestkleding, die ook gedragen kon worden met Kerstmis. Zie, in ons achterhoofd zat broertje toch nog wel. Maar daar bleef ie dan ook. Zelf was ik niet op zoek naar iets speciaals, maar ik stond open voor wat ik tegen zou komen. We gingen winkel in, winkel uit, vonden hier en daar wat leuke dingen en het aantal te dragen tasjes liep in hoog tempo op. Ze wogen niet veel, die tasjes,maar ze leken steeds zwaarder te worden. Waar zijn de mannen als je ze nodig hebt? Mijn rug begon in alle hevigheid te protesteren, het was inmiddels kwart voor vijf. We vonden een plekje buiten het overdekte gedeelte van het winkelcentrum en zegen neer op een paaltje bij een of ander kunstwerk. Het was de hoogste tijd voor een sigaretje. We hadden tussendoor zelfs niet eens de tijd genomen om ergens iets te gaan drinken of een ijsje te eten. Hoe dom is dat! Gelukkig hadden de mannen er inmiddels ook genoeg van en na een kort telefonisch contact, wisten ze ons te vinden en konden we naar de auto.

Zwager maakte een bakkie soep. Mosterdsoep. Wel eens gegeten? Ik nu wel, slechts drie hapjes. Ik kon het echt niet lekker vinden. De oplossing was manlief, die lust alles. Ik roep altijd: “tis net een vuilnisbak, je kan er alles in kwijt.” Ik nam lekker broodjes knakworst en een broodje bruine suiker als toetje. Tijdens de koffie drong tot me door dat we nog niets voor ons broertje gedaan hadden.

“Ach”, zei zusje, “daar hebben we ook helemaal geen tijd voor gehad.” Nee,dat klopt, we hadden het veel te druk met winkelen. Winkelen en schrijven gaan nou eenmaal niet samen. Nu hadden we ook geen tijd meer, want wij moesten weer naar huis, naar de hondjes, die vast met smart op ons zaten te wachten. Gelukkig had zoon X ze ’s middags even goed uitgelaten, maar toch. Het was dus tijd voor afscheid. Om tien voor negen waren we thuis. Met een aantal nieuwe dingetjes, maar zonder stukje voor broertje.

Vanochtend dacht ik: kom Trui, begin eens wat op papier te zetten. Goed idee, maar de sms’jes kwamen binnen op de telefoon van zusje. En had ik gisteren aantekeningen gemaakt van de ’s morgens gekregen info? Nee, natuurlijk niet. Die dingen onthoud je toch? Toch? HELLUP!!  

Ach, ik heb nog drie weken. Tijd zat.

BIJZONDER

Zoon X en cd P waren op vakantie in Italië tijdens mijn verjaardag. Maar zodra ze terug waren, kwamen ze langs, hebben we foto’s bekeken en mocht ik mijn verjaardagscadeau kiezen. Ik had de keuze tussen een tattoo en een massage. Van beiden roep ik namelijk al jaren dat ik ze graag zou willen. Een tattoo, omdat ik dat mooi vind. Soms. Een massage gewoon, omdat dat me heerlijk leek. De reden dat ik geen van beiden ooit had gedaan? Bij een tattoo wordt er toch inkt in je lijf gespoten en dat vind ik dus wat minder. Ik ben gewend aan rood bloed en als dat opeens blauw zou kleuren, dan…. En bij massagesalons, moet ik meteen denken aan louche toestanden. Geen idee waarom, maar het is nou eenmaal zo.

Mijn keuze viel op een massage. Als zoon het aanbeveelt, moet het wel goed zijn, toch? Vandaag was het zover. Ik moest er voor naar Almere, want daar zit de zonnestudio, waar zoonlief zelf altijd heen gaat en waar hij dus een afspraak voor me had geregeld. Ik verwachtte, ja, wat verwachtte ik eigenlijk? Dat weet ik niet precies, maar het was er alles behalve louche. Het zag er allemaal mooi en keurig netjes uit. Gelukkig. Nog voor ik kon vragen hoe, wat of waar, kwam er een dame naar me toe. Ze stak haar hand uit en zei: “U komt voor een massage. Ik ben Astrid.” Astrid, ja die naam had X genoemd, ik zat dus goed en mocht mee naar een kamertje. Na een kort gesprek mocht ik me uitkleden, bh en slip mochten aanblijven. Zo aardig.

Ze begon met mijn rug en het eerste wat ze deed, was mijn bh losmaken. Had ik die niet beter meteen uit kunnen doen? Met warme olie werd mijn rug verkend. Ze voelde overal knoopjes. Laat ik nou altijd gedacht hebben, dat mijn knoopjes keurig in een doosje zaten. Maar nee, ze zaten in mijn rug en Astrid vond ze. Het was een zeer aangename en relaxende ervaring. Ik heb trouwens een brede rugspier, zei Astrid en ze vroeg of ik vroeger veel aan sport had gedaan. Ja, in mijn jeugd heb ik aan turnen gedaan en ik ben jarenlang lid geweest van de wandelclub. Vierdaagse gelopen en zo. Na mijn rug was het de beurt aan de benen. Eerst het rechterbeen en dat ging net als mijn rug, zacht en soepel. Daarna mijn linkerbeen en dat werd een heel andere ervaring.

Terwijl haar handen over mijn been bewegen, voel ik een soort elektrische stroom in mijn been met haar bewegingen meegaan. Dat is een heel vreemde ervaring, maar niet onaangenaam. Ik wil het tegen haar zeggen, maar krijg dan opeens jeuk aan mijn neus. Op het moment dat mijn hand naar mijn neus gaat, moet Astrid niezen. Twee maal en dan is mijn jeuk weg en haar niezen is over.

“Nu hebben we echt contact, geloof ik’, zeg ik lachend.

Wat het precies geweest is, snap ik niet, maar bijzonder was het wel. En deze behandeling? Die is zeker voor herhaling vatbaar. Bedankt zoon en bedankt cd voor dit geweldige cadeau.

ANYONE??

Dat het niet goed gaat met de overzetting van alle web-logs naar weblogs, is duidelijk. Ik had (of misschien wel heb) er twee. Zag ik bij het dagelijkslevenweblog eerst nog of de tekst “share this”, zonder dat er verder iets in beeld kwam, of verschillende blogtitels met een foute datum o.i.d., nu krijg ik helemaal niets meer. Mijn tweede weblog is al vanaf het begin niet in beeld, maar daar verscheen in eerste instantie nog de tekst “not found”. Nu is ook dat helemaal niet meer in beeld te krijgen. Ik vrees met grote vreze dat beide weblogs compleet verloren zijn en dat vind ik bepaald niet leuk. En dan druk ik me heel netjes uit.

Het vreemde is nu, dat ik al drie keer een mail van weblog heb gekregen met het verzoek reacties te modereren. Ik krijg door op welk log de reactie gegeven zou zijn, maar niet van wie de reactie komt en evenmin de inhoud van de reactie. Klik ik dan op de link om te modereren, moet ik gebruikersnaam en wachtwoord invullen. Maar mijn oude wachtwoord is niet meer geldig en een nieuw heb ik nooit gekregen. Dat zou ook weinig zin hebben, want het hele weblog is in cyberspace verdwenen.

Heeft iemand enig idee hoe dit kan? Ik bedoel, dat er dus mensen zijn die op de een of andere manier mijn logs kunnen lezen en er ook op kunnen reageren, zonder dat ik zelf ook maar iets te zien krijg. Ik snap er in ieder geval helemaal niets van.

Enige opheldering of informatie zou welkom zijn.

Anyone??

LIJSTJE

Vandaag ben ik alleen thuis (manlief is een dagje naar kantoor) en van tevoren had ik bedacht wat ik allemaal wilde gaan doen. Een was draaien, was opruimen, wc (in plaats van een slinger)  een grote beurt geven, afwasmachine leeghalen en weer inruimen, rommel opruimen, puzzelen, logjes lezen en reacties plaatsen, zelf een log schrijven en uil kijken. Niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Tussendoor wilde ik dan ook nog met koffie in de zon zitten. Zei ik in de zon? Dat moet natuurlijk zijn op de bank hangen. De zon is namelijk met onbeperkt verlof. In plaats daarvan zijn we rijkelijk voorzien van dikke, niet waterdichte donkere wolken.

Wel, de wasmachine draait, dat is alvast 1 dingetje om af te vinken. Ook liggen er weer wat puzzelstukjes op hun plaats, maar nog niet genoeg. Ik wil hem afhebben vandaag, die puzzel. Zal wel niet gaan lukken. Logjes heb ik zo links en rechts gelezen, maar nog niet op gereageerd. Waarom ik dat nooit meteen doe, snap ik zelf ook niet. Koffie heb ik inmiddels op en ook heb ik bij de uil gekeken. Daar betrapte ik mezelf erop, dat ik tegen het beeldscherm zat te praten. Deze uil zat namelijk op drie eieren. Zat ja, want twee zijn er inmiddels uitgekomen. Vanochtend zou, volgens de statistieken, het derde ei uit moeten komen. Op het moment dat ik keek, lag mama uil echter rustig te pitten. Aangezien deze uil in Zuid Afrika woont en mijn Afrikaans niet meer is wat het geweest is, sprak ik haar in het Engels toe, is tenslotte een gangbare taal daar.

“Come on, mama, get up. I want to see your beautiful chicks. There should be three by now.”

Ze hoorde me niet, of ze wilde me niet horen, want ze bleef stoïcijns liggen. Blijven kijken dus. Ze heeft nog steeds niet voor me op willen staan. Dan maar eerst dit logje schrijven.

Over vijf minuten is de wasmachine klaar en ik heb de vorige was nog niet eens opgeruimd! Ah wel, ik gooi deze gewoon in de droger, hoef ik ook geen hangruimte te zoeken. Oké, geregeld. De droger draait. Wat een zaligheid is dat toch, al die apparaten die het werk voor je doen. Zo jammer, dat niet overal een apparaat voor is en je regelmatig echt zelf aan de slag moet. Weet je wat? Ik vergeet de werkklusjes gewoon en concentreer me volledig op de leuke dingen  van mijn lijstje. Nog een mazzel dat ik het allemaal niet had opgeschreven. Kan ook niemand me eraan houden.

AUDITIE

Nerveus klikten haar hakken op de stenen vloer, zes passen heen, zes passen terug. Je kan het, je kan het, zong het als een mantra in haar hoofd. Je kan het. Nou, daar was ze nog helemaal niet zo zeker van, het was tenslotte pas de eerste keer. Waarom had mam haar toch opgegeven? Ze wist toch dat ze daar veel te verlegen  voor was. Zingen voor een jury, doodeng vond ze het. Je kan het, je kan het. Opeens ging de deur open en een man wenkte haar te komen.

Je kan het, je kan het. Het licht op het podium verblindde haar en onzeker stapte ze naar voren.

“Doorlopen naar het kruis, alsjeblieft.”

Kruis? Welk kruis, ze zag helemaal geen kruis. OMG, wat deed ze hier in vredesnaam? Ze draaide zich om en vluchtte terug naar de inmiddels gesloten deur.

“Niet weglopen, wat is je naam?”

Bibberend draaide ze zich weer om en staarde naar de plek waarvan ze vermoedde dat de stem vandaan kwam.

“Ehh… Janneke Kater”.

Ze herkende haar eigen stem niet.

“Wel Janneke, je bent hier gekomen om voor ons te zingen, ik stel voor dat je dat nu dan ook gaat doen. Loop naar het midden van het podium en begin zodra je er klaar voor bent.”

Haar knieën knikten. Je kan het, je kan het. Ze zag het kruis op de grond. Je kan het, je kan het.

De muziek begon. Haar stem trilde bij het zingen van de eerste woorden, maar al snel verloor ze zichzelf in de muziek. Na de laatste noot, haalde ze diep adem  en likte haar lippen.

“Je bent door naar de volgende ronde, gefeliciteerd”.

Door? Moest ze dit allemaal nog eens ondergaan? Als een robot bewoog ze zich naar de nu openstaande deur. Haar mond gortdroog, haar rug kletsnat.

ZOMER

Zo, dat was hem dan, de zomer. Vijf hele dagen heeft ie geduurd. Al viel de zomer dit jaar weliswaar in de herfst en was de duur kort, ik heb ervan genoten. Het voelde zowaar een tikkie Australisch, buiten warmer dan binnen. Hoewel in Australië de lagere temperatuur wordt geregeld door de airco en die hebben we hier natuurlijk niet (nodig). Hier krijgen de huizen gewoon geen gelegenheid om op te warmen.

Ik was vanochtend weer akelig vroeg wakker en verheugde me al een klein beetje op een zesde zomerdag. Maar helaas, het is bewolkt en een stuk koeler dan voorgaande dagen. Het zou ook te gek zijn, zo’n lange zomer in de herfst. Maar ik daag de zon uit en heb me in blote kleding gehuld. Misschien voelt ie zich aangesproken en breekt ie straks zomaar door de wolken heen. Er gebeuren gekkere dingen op deze wereld. Ook heb ik ramen en deuren wijd opengezet om de warmte naar binnen te halen. Eigenlijk vind ik het wel frisjes. Zal ik een vest aandoen? Of toch die deur maar weer dicht. Eerst even de buitentemperatuur checken. Brrrrrr, 16 graden maar.

Wacht eens even, misschien is de zon zich rot geschrokken van mijn blote kleding en denkt ie: “oh nee, niet nog een dag naar dat halfgeklede mens kijken, dat kan ik echt niet aan. Waar zijn al die mooie meiden gebleven?”

Nou zon, dat zal ik je vertellen. Al die mooie meiden zijn weer aan het werk of naar school. Je zult het dus met mij moeten doen. Jaja, ik weet het, het blijft behelpen, maar hé, ooit (in een grijs verleden) was ik ook een mooie jonge meid. Of ben je dat vergeten? Ook bezoek van meneer A zeker? Dat is altijd zo’n gemakkelijk excuus als je wat ouder bent. Ja, dat ben jij, zon, jij bent oud. Sterker nog, jij bent zelfs ouder dan oud. Ik daarentegen ben slechts een tikkeltje belegen en vergeleken met jou ben ik nog hartstikke jong. Dus, kom op met je warmte, ik heb het nodig. En ik niet alleen, nee, het hele land heeft behoefte aan meer warmte. We moeten ons tenslotte goed kunnen voorbereiden op de komende winter. Die zal namelijk wel weer meer tijd in beslag nemen dan de drie maanden die ervoor staan. Waarom werken jullie niet wat beter samen? Als ieder zich nou aan de geplande tijd houdt, zijn we allemaal blij. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn?

Ik ga mijn vest aan en de tuindeur dicht doen. En dat is jouw schuld.