—
Het is nog lekker warm buiten en ik zit dan ook met een glaasje wijn en een sigaretje op mijn balkonnetje. Het is eind augustus en het kan in deze tijd van het jaar bijzonder onaangenaam zijn ’s avonds om 8 uur. Nu is het echter goed uit te houden. De hele week hebben we al van een stralend blauwe lucht met een al even stralend zonnetje mogen genieten.
Op het eerste gezicht lijkt de straat uitgestorven. Vanaf mijn zitplaats zie ik niemand. Wat een rust. Precies wat ik nodig heb. Ik neem een slokje wijn en sluit mijn ogen. Mmmmmmm, zo lekker.
Damn! Van schrik laat ik bijna mijn glas vallen. Luide draaiorgelmuziek verstoort opeens mijn genietmoment. Welke idioot laat in godsnaam een draaiorgel spelen om deze tijd? Precies voor mijn flatgebouw, onder mijn balkon? Hé, er slapen kinderen, sukkel! Niet dat ik zelf kinderen heb, maar er wonen in deze flat wel kinderrijke gezinnen. Het geluid van lachende en pratende mensen mengt zich met de muziek. Lichtelijk geïrriteerd sta ik op en kijk naar beneden.
Van rust is geen sprake meer. Er lijkt een feestje gaande te zijn op het grote grasveld. Groepjes mensen staan bij elkaar en er komen steeds meer mensen bij. Af en toe klinkt een luid gelach. Kijk nou toch! Er zijn zelfs mensen aan het dansen rondom het draaiorgel! Het moet toch niet gekker worden. Sommige mensen sporen echt niet! Verbaasd blijf ik even kijken naar die hossende groep, maar laat me dan weer in mijn gemakkelijke stoel zakken. Proberend dat moment van rust en genot weer terug te krijgen. Nou, dat kan ik wel op mijn buik schrijven.
Van pure ellende ga ik naar binnen en laat me op de bank vallen. Via de tv probeer ik de geluiden van buiten te overstemmen, maar dat lukt niet. Het bevalt me ook helemaal niet. Verdomme, na een dag hard werken in die hitte heeft een mens toch recht op een rustige avond op zijn balkonnetje! Boze opwinding maakt zich van mij meester. Met een wild gebaar trek ik de balkondeur dicht. Het helpt niet veel. Buiten draaien ze nog een tandje bij. Het is verdomme veel te warm in huis om de deur dicht te hebben. De hele dag heeft de zon er op gestaan. Met één nijdige beweging is de deur weer open. Meteen dringt het geluid zich weer naar binnen en niet alleen mijn woonkamer in. Het dringt diep mijn hoofd binnen. Jengel jengel jengel! Dreun dreun dreun.
Met mijn handen stevig tegen mijn oren gedrukt vlucht ik naar de andere kant van de flat. Zelfs daar is het nog goed te horen. Ik ben ingesloten door een kakofonie aan geluiden, die almaar luider en luider lijken te worden. HELP!
Rustig, Sas, laat je niet gek maken, zegt een stemmetje in mijn hoofd. Hoe het door die herrie heen kon komen is me een raadsel. Rustig blijven, vooral rustig blijven. Denk aan iets leuks! Denk aan je laatste vakantie. Weet je nog hoe mooi en fijn je het toen had? Dat brede strand, die vriendelijke mensen. Denk dààr aan. Langzaam kalmeer ik weer een beetje.
Het geluid van buiten is er nog steeds, maar lijkt al minder erg. Een paar keer diep ademhalen doet de rest. Mijn rug leunt tegen het aanrecht en langzaam dringt het tot me door, dat de kraan druppelt. Drup drup drup. Over irritant gesproken! Mijn hoofd voelt behoorlijk warm en kan wel wat afkoeling gebruiken. Met 2 plenzen koud water is dat geregeld. Een wild idee flitst door me heen. Nee, dat kan ik niet maken….toch?
Nog geen 10 minuten later staan 2 met water gevulde emmers op het balkon. Wat een mazzel, dat die ballonnen er nog lagen, overgebleven van een verjaardagsfeestje. Inwendig gniffelend ga ik aan de slag. Met behulp van een trechter vul ik een ballon en leg er een knoopje in. Dan de volgende en de volgende en de volgende. Het is een kleddernat werkje en met water bezig zijn, maakt dorstig. Mijn glas is alweer leeg en ik neem de hele fles maar mee naar het balkon. Giechelend en drinkend knoei ik verder.
Drie kwartier, een fles en wel 20 ballonnetjes later, hang ik achterover in mijn stoel. Pffft, eerst even bijkomen van dat inspannende klusje. Mijn kleren zijn drijfnat, maar dat kan me niet schelen. Ik voel me inmiddels een stuk lekkerder. Het draaiorgel speelt nog steeds zijn deuntjes en spiedend glijdt mijn blik over de menigte beneden. Waar moet het eerste ballonnetje terecht komen? Het wordt al een beetje schemerig, maar recht beneden me ontwaar ik een paar fleurig uitgedoste dames. Dat lijkt me wel aardig om mee te beginnen.
Een gil klimt omhoog langs de flat. Ha, een succesvolle worp! Ik druk me bijna plat in mijn stoel, want ik wil uiteraard niet ontdekt worden. Na een paar minuten vliegen er achter elkaar 2 ballonnetjes in de menigte. Het gegil is niet van de lucht. Ik lig in een deuk in mijn stoel en gooi er nog een paar over de reling. Dit is echt lachen!
Er wordt aanhoudend op de deurbel gedrukt. Voor de deur staan de dames van beneden. Bij de één hangt het haar in slierten over haar gezicht. Oeps, een voltreffer! De andere vrouwen hebben slechts een paar natte plekken in hun kleding. Met moeite houd ik mijn gezicht in de plooi en vraag wat ik voor ze kan doen. Een waterval van woorden komt over me heen en uiteindelijk begrijp ik dat er speciaal voor onze flat een straatfeest is georganiseerd. Oh ja? Waarom weet ik daar niks van dan? Echt wel! Iedereen heeft een flyer gehad bij de reclameblaadjes die deze week bezorgd zijn. Ik draai me om en zie op het haltafeltje een stapeltje folders, die daar ongelezen door mij zijn neergelegd. Ik kijk ze door en even later houd ik de vrolijke flyer in mijn hand.
Schuldbewust kijk ik de dames aan, terwijl mijn tong struikelt over de verontschuldigingen.
—