—
Was ik eindelijk weer een beetje onderweg met schrijven, lezen en reageren, word ik overvallen door bovenstaand allitererend trio. Vermoedelijk hadden zij zich verstopt tussen de boodschappen om zo, ongezien ons huis binnen te komen. Was het daar bij gebleven, dan had ik er nog wel mee kunnen leven, maar zij brachten met z’n drietjes wat gemene extra’s mee.
Het begon heel stiekem met een licht krampje zo hier en daar. De behoefte om de hele dag te slapen was heel vreemd, want niet eerder ervaren. De krampjes ontwikkelden zich tot hevige maagpijn, met als gevolg dat ik nauwelijks nog kon eten. Elke hap probeerde zich onmiddellijk weer een weg naar buiten te banen. Dat voelt niet echt heel fijn, kan ik verzekeren.
Zaterdag zijn we toch naar zoon L in Emmeloord geweest. Dat bleek achteraf een foute beslissing. Ik was tot op het bot verkleumd. En al die botjes waren aan het rammelen, ik leek wel een kleppersetje.
Als je dan ’s middags naar het schaatsen wil kijken, helpt dat ook al niet om warm te worden. Manlief maakt een pannetje stoom voor me klaar. Met een handdoek over mijn hoofd hang ik zuchtend, af en toe naar adem happend boven het pannetje. Ondertussen hoor ik het schaatsverslag. Opeens valt daar de naam Lollobrigida en onmiddellijk zie ik een wulpse donkere Italiaanse schone voor me. Een liedje dringt zich aan me op, een liedje over Gina Gina Gina Lollobrigigida. Hoe beroerd ik me ook voel, dat liedje blijft me de rest van de dag dwars zitten. De schaatsende Lollobrigida lijkt echter totaal niet op de oude bekende Lollo.
Ik heb anderhalf uur op de bank geslapen, en verder half wakend, half slapend gezeten. Alle energie was uit me geslopen, of gezogen, door de extraatjes van snif snuif en snotter. Alles wat ik wilde, was slapen, slapen en dan nog een beetje slapen. Mijn avond insuline moet op een vaste tijd gespoten worden, half elf. Om tien uur echter hield ik het niet langer vol. Ik checkte mijn bloedsuiker. Shit shit shit! 5.9 dat is veel te laag om de nacht in te gaan. Acht voor de nacht, is mij altijd geleerd. Ik zou iets moeten eten, maar de gedachte aan eten doet me al kokken. Ik probeer iets van mijn lievelingsijs te eten, maar het smaakt helemaal niet naar ijs en ik moet mijn best doen om het binnen te houden. Ik slik en ik zucht en ik slik en ik zucht. Het ijs laat ik staan. Het kan me allemaal niets schelen. Ik ga naar bed.
Dacht ik nou echt dat ik de hele nacht rustig zou kunnen slapen? Hoe naïef. Kwart over een zat ik weer in de kamer. Niet te lang en na een slokje melk, dat gewoon binnen bleef, ging ik terug naar bed. Tot half vijf. Ik was wakker en blijven liggen is dan geen optie. Ik maakte een beker koffie en installeerde me met een overgebleven stuk van de krant van zaterdag. Manlief komt de kamer in en wil weten wat ik aan het doen ben. Nou, dat lijkt me duidelijk dus ik stuur hem terug naar bed. Dat laat hij zich geen tweede keer zeggen. Om half zes ga ik ook weer terug, ik moet wel, want de letters van de krant willen niet stil blijven staan, waardoor het lezen wat uit balans is. Ik houd het vol tot kwart voor acht.
Zondag, dat betekent croissantjes bij het ontbijt. Het eerste croissantje ging goed, het tweede iets minder, dat heb ik dan ook niet helemaal opgegeten. Ook mijn eitje heb ik laten staan. De karnemelk smaakte niet naar karnemelk, dus dat heb ik niet opgedronken. Lunchtijd hebben we maar een uur uitgesteld, want de croissantjes zaten me nog erg hoog. Als diabeet moet je echter wel zorgen dat je regelmatig iets eet, wil je geen problemen krijgen. Ik doe er zo’n 20 minuten over, maar dan heb ik driekwart boterham weggewerkt. Er kan geen hap meer bij. De middag wordt half slapend en wakend doorgebracht, waarbij de wakende momenten werden veroorzaakt door de pijnen in mijn maag. Ik zei het al eerder, het voelde echt niet fijn.
De avondmaaltijd bestond voor mij uit een half bakje bananenyoghurt. En dat gaf gelukkig geen problemen. Ik had een behoorlijk droge strot inmiddels en manlief voorzag me van een beetje drinken. Ik nam slechts twee ieniemienie slokjes. Slikken en zuchten hielp niet meer, met een mooie boog kwam het er weer uit. Had ik verdorie al die dagen zo mijn best gedaan om alles binnen te houden!
Afgelopen nacht verliep beter dan de nacht ervoor. Ik was echter wel al om half zeven wakker. Ik heb koffie gedronken en een sapje tot mij genomen. Geen problemen. Het is nu echter lunchtijd, maar mijn maag begint onmiddellijk een opstand bij de gedachte aan eten. Ik dacht echt dat het beter ging, dat valt dus toch wat tegen.
Manlief werd ook lastig gevallen door snif snuif en snotter, maar dan (gelukkig) zonder de maagproblemen. Nu vraag ik me af, zijn er meer mensen die ernstige maagklachten kregen bij een pittige kou?
Dat elk nadeel zijn eigen voordeel heeft, is in dit geval dan weer mooi meegenomen. In het weekend ben ik even snel anderhalve kilo kwijtgeraakt.
—